U bent hier:
Home
>
Uitgebreide informatie Siberische Husky
> Gedrag en Levensruimte van de Siberische Husky
Gedrag en Levensruimte van de
Siberische Husky
Door zijn lichaamsbouw en karakter is de Siberische
Husky een van de hondenrassen die het meest op de wolf lijken. Nu wekt een
wolfshond meestal weinig sympathie, maar inmiddels weet men wel dat de Canis
lupus niet het wilde dier is waarvoor men hem lange tijd heeft aangezien. De
wolf is beslist geen wild, bloeddorstig, laf en dom dier, maar eerder
verlegen en behoedzaam. Zijn gedrag berust op een zeer sterk meute-instinct
en zelfs op 'familiegeest'.
Over het algemeen staan sleehonden dichter bij de wolf dan de meeste andere
honden. Dit geldt met name voor hun groepsgevoel en hun jachtinstinct. Het
lijkt misschien paradoxaal om deze erfelijke jachteigenschappen te
benadrukken van honden die worden gefokt om sleden te trekken, maar men mag
niet vergeten dat hun traditionele taak ook inhield dat ze hun bazen moesten
helpen bij het opsporen, inhalen en insluiten van het wild. Die taak hadden
ze zowel bij de Indianen als bij de Eskimo's. Hoewel men verscheidene
decennia lang heeft geselecteerd op basis van wedstrijdresultaten, hebben
sleehonden hun jachtinstinct niet verloren. Dat geldt zeker voor de Husky,
een hond die voor zichzelf jaagt en graag wegloopt om zijn jachtpassie te
kunnen botvieren als een eerste uitbraak hem op dat idee heeft gebracht. Wat
dat betreft heeft hij een vrij slechte naam en vormt dat de belangrijkste
bron van zorg voor zijn eigenaar.
Ondanks zijn uitbraakneigingen mag de Siberische Husky niet worden beschouwd
als een wilde en agressieve hond. Verhalen van vroeger mogen dan de indruk
wekken dat sleehonden moeilijke honden met aanpassingsproblemen zijn, maar
toen ging het om overleven onder uitzonderlijk zware omstandigheden.
Zo'n situatie bood uiteraard weinig plaats voor vriendschap tussen mens en
hond. Het hedendaagse leven ziet er voor de Husky heel wat aangenamer uit en
daarin ontpopt hij zich als een bijzonder vriendelijke hond. Die
vriendelijkheid uit hij niet alleen tegenover zij baas en bekenden, maar
zelfs tegenover onbekenden. Dat laatste betekent dan ook weer dat hij
onbruikbaar is als waakhond.
De Husky stelt zich over het algemeen terughouden op tegenover andere honden
en hij zal niet meteen gaan vechten. Als het echter nodig is, zal hij een
teken van dreiging of een uitval zeer zeker beantwoorden. Zijn gedrag
veranderd zodra hij aan de start van een wedstrijd verschijnt. Hij verkeerd
dan in een opperste toestand van spanning en opwinding, en duldt beslist
geen nieuwsgierige hond van een toeschouwer in zijn nabijheid.
Trouwens, zoals alle sleehonden (met uitzondering van de Samojeed) blaft de
Husky maar zelden, iets dat strookt met zijn gebrek aan aanleg om een
territorium te bewaken. Hij is echter niet stom. In groepsverband huilt hij,
maar net als bij de wolf blijft de precieze betekenis van dit gehuil een
raadsel.
De bijzonder vriendelijke aard van de Husky uit zich vaak in vrolijk en
hartelijk gedrag tegenover mensen en in een duidelijke genegenheid voor zijn
baas. Toch neemt dat niet weg dat hij ook een zeer uitgesproken,
onafhankelijke aard heeft, iets dat de echte liefhebbers van het ras juist
zo boeit. Hoe goed hij ook is opgevoed en hoe intiem hij ook omgaat met zijn
baas, hij houdt altijd iets onvoorspelbaars. Hij doet niet altijd wat men
denkt dat hij gaat doen. Hij zal niet altijd toenaderingspogingen
beantwoorden, terwijl hij ook niet altijd even bereidwillig gevolg zal geven
aan de commando's van zijn baas. Een belangrijk aspect is dat hij slecht
tegen alleenzijn kan en veel aandacht nodig heeft. Hij behoort echt niet tot
die honden die men urenlang alleen in een flat kan laten zonder dat zij de
boel slopen. Met een Husky is het leven in groepsverband geen holle kreet.
Men moet hem dus voortdurend zijn eigen, typische levenswijze laten volgen.
Hij vindt het dan ook prima om samen met andere Husky's in een kennel te leven.
De Siberische Husky zich heeft een enorme behoefte aan werken. Hij loopt over
van energie en die kan alleen door lange wandelingen in banen worden geleid.
Het is voldoende om in dit kader te denken aan de honden die meedoen aan de
beroemde Alaskaanse wedstrijd Iditarod. Ze moeten in 11 dagen 1800 km
afleggen en krijgen in die periode maar één dag rust. Dat houdt dus in dat
ze gemiddeld zo'n 180 km per dag de benen hebben. Natuurlijk kunnen deze
goed getrainde topsporters niet worden vergeleken met een Husky die (tegen
zijn zin) een zeer lui leventje leidt maar dat neemt niet weg dat zo nu en
dan uitlaten (aan de lijn) beslist ontoereikend voor hem is. Die behoefte
aan lichaamsbeweging en werken brengt steeds meer eigenaars ertoe om zich te
richten op de sleesport. Hoe graag de Husky zich daarvoor leent, blijkt wel
als hij in contact komt met het tuig en de sneeuw en door het dolle heen
raakt. Hij kan echter ook uitstekend worden getraind zonder sneeuw. Er
bestaan tegenwoordig zogenaamde karts, skelters op wielen die de slede
kunnen vervangen. In heel Europa bestaan er clubs die zich met deze sport
bezighouden. Dankzij de sleehonden en enkele andere rassen vindt er
momenteel een ware mentaliteitsverandering plaats bij een toenemend aantal
kopers van honden. Men wil namelijk niet meer alleen een hond als aanvulling
op het gezin, maar men wil ook een teamsport kunnen beoefenen, een sport
waarbij baas en hond elkaar leren kennen en met elkaar samenwerken.
Uit het voorafgaande moet niet worden afgeleid dat een Siberische Husky niet
zonder slee kan. Er zijn genoeg Husky's die nog sneeuw of een slee hebben
gezien en zich toch gelukkig voelen. Een belangrijk voorwaarde is dan wel
dat ze over een baas beschikken die geduld en aandacht voor ze heeft, want
de Husky is een sportieve en veeleisende hond met een bijzonder karakter.
Daar kan dan ook aan worden gekoppeld dat een Siberische Husky bijzonder
moeilijk af te richten. Volgens sommigen is het zelfs onmogelijk, maar
meestal wordt die mening geventileerd door hartstochtelijke liefhebbers van
het ras. Zij nemen namelijk het onafhankelijke, fantasierijke, ondeugend en
ongehoorzame karakter van hun hond voor lief, en vinden dat juist zo prettig
aan hun hond, ongeacht de spanningen die dit karakter kan oproepen. Het
heeft dus geen enkele zin om de illusie te wekken dat de koper van een
Siberische Husky een gehoorzame hond in huis haalt. En wil men op het gebied
van gehoorzaamheid toch proberen iets te bereiken, dan zal me tenminste over
een beetje psychologisch inzicht, veel doorzettingsvermogen en een harde
hand (zonder geweld) moeten beschikken.
Het zal duidelijk zijn dat de Siberische Husky geen hond is voor mensen die
nauwelijks naar hem omkijken. Vooral bij een hond die het nog steeds in zich
heeft om grote omzwervingen te maken, kan dat niet. De echte Huskyliefhebber
houdt daar rekening mee. Hij laat zijn hond werken voor de slee of kart, en
gebruikt bij het uitlaten een bijzonder lange lijn zodat de hond ook dan nog
enige bewegingsvrijheid heeft.
bron: mijn hond, mijn vriend
|